Hoe kun je je vetpercentage meten?
Een recent artikel (26 november 2024) op NU.nl laat zien dat we in Nederland voor een grote uitdaging staan. Volgens het RIVM zal tegen 2050 twee op de drie Nederlands te zwaar zijn, tenzij we actie (letterlijk en figuurlijk) ondernemen.
Overgewicht brengt niet alleen risico’s voor onze fysieke gezondheid, zoals hart- en vaatziekten en diabetes, maar heeft ook invloed op ons mentaal welzijn. De cijfers zijn hard, maar ze benadrukken ook dat we nu het roer kunnen omgooien.
Een belangrijke eerste stap richting een gezondere leefstijl is inzicht krijgen in je lichaamssamenstellen. Daarin speelt je vetpercentage een belangrijke rol. Het vertelt je meer dan alleen het getal op de weegschaal en geeft een eerlijk beeld van je gezondheid.
In deze blog leggen we uit wat vetpercentage is, waarom het belangrijk is en hoe je het kunt meten. Zo kun jij zelf de controle nemen over je gezondheid en bepalen bij welke groep jij hoort in 2050 :)
1. Wat is vetpercentage en waarom is het belangrijk?
Je vetpercentage geeft aan welk deel van je totale lichaamsgewicht uit vet bestaat. Dit is een betere indicator voor je gezondheid dan alleen je gewicht. Twee mensen kunnen bijvoorbeeld hetzelfde wegen, maar compleet verschillende vetpercentages hebben.
Misschien heb je er ooit wel van gehoord: dun van buiten, dik van binnen.
Een hoger vetpercentage kan duiden op gezondheidsrisico’s zoals obesitas, terwijl een te laag percentage (ja, dat kan ook) juist kan wijzen op tekorten of hormonale problemen. Het doel is een gezonde balans.
Maar wat is dan een gezond vetpercentage?
Gemiddeld ligt het gezonde bereik tussen 20-30% voor vrouwen en 10-20% voor mannen. Dit is wel afhankelijk van je leeftijd, activiteitenniveau en persoonlijke doelen.
2. Waarom je vetpercentage meten?
Vetpercentage meten geeft inzicht in je lichaamssamenstelling. Dit is belangrijk om:
- Je gezondheid te verbeteren. Je kunt risico’s op overgewicht en gerelateerde ziekten beter in kaart brengen.
- Voortgang te monitoren. Of je nu wilt afvallen, spieren wilt opbouwen of fitter wilt worden. Een vetpercentage-meting laat zien of je op de juiste weg zit.
- Gericht doelen te stellen. Je kunt specifieke aanpassingen maken in je voeding en training op basis van je vetpercentage.
3. Hoe kun je je vetpercentage meten?
Er zijn verschillende manieren om je vetpercentage te meten? Van simpele methoden die je thuis kun doen tot geavanceerde professionele metingen. Hier zijn de meest populaire technieken, inclusief voor- en nadelen:
Huidplooimeting
Een huidplooimeting gebruikt een caliper (een meetinstrument) om de dikte van vetlagen op specifieke plekken van je lichaam te meten, zoals bij je buik en dijen. Deze waarden worden omgezet in een vetpercentage via formules.
- Voordelen: Betaalbaar en geschikt voor regelmatig gebruik.
- Nadelen: Het vergt enige ervaring om consistent en nauwkeurig te meten.
BIA (Bio-elektrische Impedantie Analyse)
Deze ken je vast wel vanuit jouw sportschool. Die weegschaal waar je met blote voeten op moet gaan staan (en in sommige gevallen ook een handvat met gestrekte armen moet vasthouden).
Bij BIA wordt een elektrische stroom door je lichaam gestuurd. Vet, spieren en water geleiden deze stroom verschillend, waardoor een apparaat je vetpercentage kan berekenen. Slimme weegschalen maken vaak gebruik van deze techniek.
- Voordelen: Eenvoudig en snel, geschikt voor thuisgebruik.
- Nadelen: De meting kan beïnvloed worden door hydratatie of voeding, waardoor de resultaten variëren. Je moet voor de grap maar eens een meting doen, direct hierna 500ml water drinken en nogmaals een meting doen. Het verschil is schokkend!
InBody-scan
Een InBody-scan is een geavanceerde versie van BIA die nauwkeuriger meet en ook gegevens geeft over spiermassa, vochtbalans en vetvrije massa.
- Voordelen: Uitgebreide inzichten en hoge nauwkeurigheid.
- Nadelen: Alleen beschikbaar in sportscholen of gezondheidscentra.
DEXA-scan
Een DEXA-scan wordt vaak gebruikt in medische settings en biedt extreem gedetailleerde gegevens over je lichaamssamenstelling, inclusief vetdistributie (moeilijk woord voor de plekken van je lichaam waar jet vet is opgehoopt).
- Voordelen: De meest nauwkeurige meting.
- Nadelen: Duur en minder toegankelijk.
4. Hoe vaak moet je je vetpercentage meten?
Het is niet nodig om je vetpercentage dagelijks te meten, omdat kleine schommelingen normaal zijn. Kies in plaats daarvan voor een interval van eens per twee weken of maandelijks. Dit geeft een beter beeld van trends en helpt je om je voortgang effectief te monitoren zonder fixatie op korte-termijnveranderingen.
Zorg er wel voor dat je altijd op hetzelfde moment meet. Hiermee bedoelen we dat je de omstandigheden zoveel mogelijk gelijk houdt. Onze voorkeur: direct na opstaan. Je hebt nog niets gegeten of gedronken. Gaat eerst naar het toilet en doe dan de meting.
Besluit je vervolgens of je jouw vetpercentage wil verlagen óf verhogen?
Dan is voeding een hele belangrijke factor om hier verandering in aan te brengen! De eneriebalans (hoeveel calorieën je inneemt vs. je verbrand) is dan leidend. Lees in deze blog hoeveel jij zou mogen eten om jouw vetpercentage te veranderen.
5. Kan je zelf geen vetpercentage meten, maar wil je wel inzicht?
Wil je weten wat jouw vetpercentage is en wat dit betekent voor je gezondheid? Wij helpen je graag om dit in kaart te brengen en vervolgens een persoonlijk plan op te stellen om jouw doelen te bereiken.
Plan nu je gratis kennismaking, via de button hieronder, en ontdek hoe jij controle kunt nemen over je gezondheid. Wacht dus niet tot 2050, maar start vandaag :)